‘Mijn ouders wilden graag bij elkaar blijven’
“Mijn moeder heeft al vijftien jaar de ziekte van Alzheimer,” vertelt Angenietha van Dam. “Mijn vader heeft heel lang voor haar gezorgd. Toen hij de ziekte van Kahler kreeg, konden ze niet langer zelfstandig blijven wonen. Dat was te riskant. Vier jaar geleden zijn ze daarom verhuisd naar Huize Spoorzicht. Anderhalf jaar geleden overleed mijn vader. Mijn moeder woont er nog steeds. Ik merk dat zij het daar heel prettig vindt.”
Samen naar Spoorzicht
“Mijn moeder had een indicatie gekregen voor een plaats in een verzorgingshuis. Mijn vader niet. Dat zou betekenen dat zij niet meer samen konden blijven wonen. Dat wilde mijn vader juist wel. We gingen dus op zoek naar een particulier huis met een religieuze achtergrond. Dit werd Huize Spoorzicht. Daar was een appartement beschikbaar met een huiskamer en een slaapkamer. Na het overlijden van mijn vader is mijn moeder verhuisd naar een zit-slaapkamer.”
Vertrouwde omgeving
“Mijn moeder is nu niet meer echt aanspreekbaar. Ik merk wel dat ze zich heel prettig voelt in Huize Spoorzicht. De omgeving en de sfeer zijn vertrouwd voor haar. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de christelijke identiteit. Als ze een psalm opzetten, heeft dit een kalmerende invloed op haar. Mijn man, ik en mijn vijf broers en zussen gaan elke week bij haar op bezoek. We weten niet of ze ons herkent, maar ze kijkt wel blij als we binnenkomen. We lezen vaak uit de Bijbel als we bij haar zijn en bidden samen.”
Goed verzorgd
“Ze krijgt hier een liefdevolle verzorging. De zusters verzorgen haar graag, zeggen ze. Dat geloof ik wel, want mijn moeder heeft een blijmoedig karakter. Als ze beneden in de huiskamer een spelletje doen, betrekken de zusters haar erbij. Op haar eigen manier doet ze dan mee. En wat ik ook zo prettig vind: ze ruikt altijd zo fris. Het was de wens van mijn vader dat ze goed verzorgd zou worden. Als wij na een bezoek naar huis gaan, laten we haar met gerust hart achter.”